Wat kan ik doen?
1. Begin met een eerlijk gesprek
Wacht niet op een val of crisis. Bespreek wat goed gaat, wat moeite kost en waar ze zelf zorgen over hebben. Gebruik open vragen en luister meer dan je oplost.
2. Bekijk het huis met een kritische blik
Let op:
-
Losliggende kleedjes
-
Slechte verlichting
-
Gladde badkamer
-
Trappen zonder leuning
Een ergotherapeut kan helpen met een professioneel huisbezoek en advies op maat. Dit wordt vaak (deels) vergoed.
3. Schakel de gemeente in
Via de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) kun je voorzieningen aanvragen zoals:
-
Hulpmiddelen (bijv. douchestoel, traplift)
-
Huishoudelijke hulp
-
Dagbesteding
De drempel om contact op te nemen met het Wmo-loket is vaak lager dan gedacht. Op de website van de Rijksoverheid lees je precies welke hulp er beschikbaar is en hoe je die aanvraagt.
4. Ondersteun zonder te betuttelen
Ouderen willen zelfstandig blijven. Bied praktische hulp, maar laat zoveel mogelijk zelf doen. Denk aan hulp bij administratie, vervoer of een wekelijkse check-in.
5. Bouw een netwerk om hen heen
Maak samen een lijst van mensen die kunnen helpen: buren, vrienden, kennissen. Ook informele zorg kan een vangnet zijn—en dat voelt vaak minder als ‘zorg’.
6. Denk vooruit, zonder doemdenken
Nu het nog goed gaat, is hét moment om te praten over:
-
Medische wensen en beslissingen
-
Financiën en volmachten
-
Wat als thuis wonen straks niet meer lukt?
Zo blijf je samen in regie.
Tot slot
Thuis blijven wonen is geen vanzelfsprekendheid, maar met de juiste stappen vaak wel mogelijk. Begin klein, denk vooruit, en zoek hulp waar nodig—ook buiten je eigen kring.